‘Je werknemer is zwanger, proficiat!’
Maar wat nu. Wat moet je allemaal regelen als werkgever en waar heeft je werknemer recht op tijdens haar zwangerschapsverlof? In deze blog neem ik je mee in de basis van het zwangerschaps- en bevallingsverlof.
1. Wat is zwangerschaps- en bevallingsverlof?
Het zwangerschaps- en bevallingsverlof is geregeld in de Wet arbeid en zorg (Wazo). Deze wet biedt regels en bescherming rondom verschillende vormen van verlof, waaronder zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Zwangerschapsverlof
Dit verlof kan beginnen tussen de vier tot zes weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. De exacte startdatum kiest de werknemer zelf, tenzij je werknemer ziek is, dan gaat het verlof verplicht zes weken voor de uitgerekende bevallingsdatum in. De totale duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof is afhankelijk van wanneer de baby geboren wordt, maar het deel vóór de bevalling is dus minimaal vier tot zes weken.
Bevallingsverlof
Bevallingsverlof begint op de dag na de bevalling. Het duurt minimaal tien weken, ongeacht of de baby eerder of later dan de uitgerekende datum wordt geboren. Als de baby na de uitgerekende datum geboren wordt, wordt het verlof verlengd met het aantal dagen dat de geboorte uitgesteld is.
Het totale verlof (zwangerschaps- en bevallingsverlof samen) is minimaal 16 weken.
Tijdens dit verlof ontvangt je werknemer een uitkering van het UWV, die normaal gesproken gelijk staat aan haar dagloon, tot een maximum dagloon. In de praktijk kiest de werkgever er vaak voor dat het loon wordt doorbetaald en dat de uitkering van het UWV wordt overgemaakt naar de werkgever. Lees ook: ‘Heeft een werknemer recht op loondoorbetaling tijdens zwangerschapsverlof?’
2. Plan een gesprek met je werknemer over haar zwangerschapsverlof
Vertel je werknemer haar rechten tijdens het zwangerschapsverlof. Hier komt de arbeidsomstandighedenwet om de hoek kijken. Op basis van deze wet heeft een zwangere werknemer bepaalde rechten tijdens haar zwangerschap. Denk aan extra pauzes, bescherming tegen gevaarlijke stoffen, geen verplichte nachtdiensten en aanpassing van haar werktijden.
Vraag je werknemer of het nodig is dat haar werkplek of haar werkzaamheden moeten worden aangepast.
Vraag aan je werknemer of zij vier of zes weken voor de uitgerekende datum met zwangerschapsverlof wil gaan. Leg ook uit dat als je werknemer tijdens haar zwangerschap ziek wordt en blijft dat het zwangerschapsverlof verplicht zes weken voor de uitgerekende datum in gaat.
3. Regel het zwangerschaps- en bevallingsverlof
Je werknemer hoeft haar zwangerschap niet direct te melden. Echter, ze moet het wel minstens drie weken voor de start van haar zwangerschapsverlof aangeven. Dit geeft je als werkgever de tijd om alles goed te regelen.
Je werknemer dient een zwangerschapsverklaring te overhandigen. Deze verklaring, afgegeven door een arts of verloskundige, bevat de uitgerekende bevallingsdatum. Deze verklaring is nodig voor het aanvragen van de uitkering bij het UWV.
Vraag de ‘Wazo’ uitkering minimaal twee weken voordat het zwangerschapsverlof in gaat aan bij het UWV.
Vraag je werknemer om na haar bevalling de daadwerkelijke bevallingsdatum door te geven zodat je dit weer kunt doorgeven aan het UWV.
4. Ziek tijdens zwangerschap
Het komt regelmatig voor dat een zwangere werknemer het niet trekt om tot het zwangerschapsverlof volledig haar werk te doen. Als je zwangere werknemer ziek wordt door de zwangerschap (of later tijdens het bevallingsverlof) dan gelden er speciale regels. Je werknemer heeft dan recht op een 100% van het dagloon vanuit de Ziektewet.
In de praktijk betaalt de werkgever het loon door en ontvangt de werkgever de Ziektewetuitkering vanuit het UWV. Belangrijk hierbij te vermelden is dat het dus niet is toegestaan om het loon van je werknemer na een bepaalde periode omlaag te brengen naar bijvoorbeeld 80% of 70%.
Zodra je weet dat je zwangere werknemer ziek is, vraag dus de Ziektewetuitkering aan bij het UWV. Zoals hierboven aangegeven: als je werknemer voor de het zwangerschapsverlof ziek wordt, gaat het verlof zes weken voor de uitgerekende datum in. Je werknemer heeft dan niet de keuze om het verlof vier weken voor de uitgerekende datum in te laten gaan.
5. Jouw als werkgever tijdens het bevallingsverlof?
Tijdens het verlof onderhoud je contact met je werknemer. Uiteraard voor zover zij dat wenst.
Neem een maand voor het einde van het bevallingsverlof contact op met je werknemer om te informeren hoe je werknemer aan kijkt tegen haar terugkomst. Misschien is er van alles mis gegaan tijdens of na de bevalling en moet zij zich helaas ziekmelden aansluitend aan haar bevallingsverlof. Of wil zij haar verlof langer rekken. Vaak heeft je werknemer namelijk wel gedachtes over het opnemen van bijvoorbeeld betaald ouderschapsverlof, minder werken of het opnemen van vakantiedagen. Laat je werknemer dit helder op papier zetten zodat je geen miscommunicatie krijgt over wat je werknemer wil aanvragen en wanneer je haar aldus terug kunt verwachten.
Informeer bij je werknemer of zij van plan is om borstvoeding te blijven geven na het verlof. Weet dat je werknemer tot 9 maanden na de bevalling recht heeft op tijd en ruimte om borstvoeding te geven of melk af te kolven. Dit betekent dus dat je moet zorgen voor een geschikte ruimte en extra pauze tijd voor je werknemer.
6. Goed werkgeverschap wanneer je werknemer zwanger is
Naast alle wettelijke verplichtingen ben je natuurlijk super blij voor je werknemer. Laat dit ook blijken door namens het bedrijf een kaartje te sturen met een felicitatie van de zwangerschap en uiteraard na de bevalling. Ook is een kraambezoek en cadeau een mooi gebaar om deel te nemen aan de vreugde van de nieuwe aanwinst.
Bied oprechte aandacht aan het welzijn van je werknemer, zowel fysiek als emotioneel en wees bereid om waar nodig ondersteuning te bieden. Denk aan het neerzetten van een stoel achter een sta balie zodat je werknemer van houding kan wisselen.